Het is altijd leuk nieuwe stukken van de site van de Duinenabdij te zien. Ook, of misschien meer nog, als het eigenlijk ‘oude’ stukken betreft, die onopgemerkt bij de uitgebreide collectie zaten. Verscholen. Wachtend tot ze opnieuw aandacht krijgen. Zoals een merkwaardige penning met het wapen van de Duinenabdij die ons plots intrigeerde.
Tijdens de opgravingen op de abdijsite werden heel wat munten, penningen e.d.m. boven gehaald. ‘De Duinen’, het tijdschrift van de vroegere vzw, beschreef regelmatig een reeks van die vondsten. Alles samen vormt dat een mooie collectie, waarvan we al in tentoonstellingen gebruik maakten. Onlangs werden die stukken voor een goede preventieve conservering herverpakt en in een werkbestandje ingevoerd. En daarbij viel een stuk op met het wapen van de Duinenabdij. Jawel, beschreven door Marie Van Gansbeke-Grothausen in 1987, maar sindsdien weer uit de spots verdwenen …
Het betreft een soort penning in een tinlegering met een diameter van ca. 30 mm. De ene kant toont een wapen dat we herkennen als dit van de Duinenabdij: een dwarsbalk met twee schuinkruis geplaatste staven, bovenaan een poot of klauw, en onderaan iets dat we moeten zien als een vis. Dit wapen is bekend vanaf de vroege 15de eeuw. Het kan misschien ouder zijn, maar daar kennen we geen voorbeelden van en dat maakt het toch wat minder waarschijnlijk.
De keerzijde was volgens Van Gansbeke-Grothausen “identique”, maar dat is niet zo. De vorm van het schild is anders en de volle dwarsbalk bestaat nu uit twee strepen; misschien is ook de poot of klauw bovenaan wat anders. Kortom: een wel verwant, maar toch duidelijk ander wapen, dat we voorlopig niet thuis kunnen wijzen. Het is alvast niet het wapen van een bepaalde abt.
Dit stuk werd op 26 augustus 1975 gevonden aan de zuidoostelijke kant van de pandgang. Toen werd vooral boven de vloer gegraven, en dat maakt dat het best kan verwijzen naar de afbraak van de abdij in de late 16de eeuw. De penning vertoont weinig sporen van slijtage, overplooiing van de rand of zo meer: het is een goed bewaard, vrij gaaf exemplaar. Ook al zit er een gaatje in, waarvan de bedoeling niet duidelijk is: om een hele reeks van die penningen samen te rijgen?
Enkele munt- of penningkenners geven aan dat de sierboord met concentrische cirkels een datering in de 15de eeuw of misschien zelfs vroeger suggereert, met in de band die zo getrokken wordt, een “pseudo-legende’: geen letters, maar streepjes. Die datering belet uiteraard niet dat de matrijs langer gebruikt kan zijn, dus dat dit stuk nog in de 16de eeuw geslagen kan zijn.
En dan is natuurlijk de vraag: waarom? Waartoe diende zo’n stuk? Het doet denken aan dis- of armenpenningen, die door parochiale armenbesturen bedeeld werden. Armen konden daarmee o.m. brood kopen, waarna de bakker die penningen inleverde om vergoed te worden. Kan iets dergelijks hier het geval zijn? Voor zover bekend, verstrekte de Duinenabdij aan de poort die steun rechtstreeks en was zo’n penning niet van doen, maar misschien werden zo’n penningen wel gebruikt bij de refuges in de steden? ‘Een aanwezigheidspenning’ is ons ook gesuggereerd, maar van zo’n gebruik in de abdij is ons al evenmin iets bekend: de monniken legden toch een gelofte van stabilitas af om binnen hun kloostergemeenschap te blijven? Ach, wat valt er nog veel te onderzoeken!
Wat kunnen we intussen concluderen? Het stuk heeft beslist met de Duinenabdij te maken, een datering in de 15de-16de eeuw lijkt erg waarschijnlijk, en het gebruik als armenpenning is mogelijk…