Op zondag 27 april 2025 vindt Erfgoeddag plaats in Vlaanderen en Brussel. Het thema dit jaar? 'Game on'! Dat zou zowat de lijfspreuk kunnen zijn van de Fransman Jean-Philippe Broussin van Play Original. Hij maakte zowel in 2017 als in 2024 een Playmobil® expo voor Ten Duinen. Maar hoe rol je in zo’n job? En is dit een kinderdroom die iedere fan van het speelgoed kan waarmaken? Tijd voor een uiterst fijn interview met de man én tegelijk een terugblik op onze twee Playmobil® expo’s.
Hoe is je passie voor Playmobil begonnen - of ... gebleven?
Jean-Philippe Broussin: “Als kind had ik al wat figuurtjes. Maar mijn passie werd later weer gewekt toen ik mijn Playmobil sets op de zolder van mijn ouders vond. Ik wist dat ze die hadden bewaard, maar ze wilden ze niet aan mij geven; ze wilden die bewaren voor mijn kinderen. En voor mijn eerste zoon besloot ik met Pasen wat Playmobil in de tuin te verstoppen, in plaats van hem veel chocolade te geven. Toen ik mijn eigen Playmobil vond, wilde ik er weer mee beginnen, maar dan om er iets anders mee te doen.
Om er namelijk scènes van te maken en ze dan te fotograferen. Toen ik die foto’s begon te delen op het internet, zag ik dat er al een gemeenschap bestond: er waren forums – nog voor de opkomst van Facebook en andere sociale netwerken - en ook verzamelaarstentoonstellingen. En toen, beetje bij beetje, werd het mijn werk. Toen ik besefte dat ik mijn roeping als kunstenaar kon combineren met Playmobil, en dat mensen het leuk vonden.”
"We proberen allemaal om op een ochtend wakker te worden met een idee waarmee we iets anders kunnen doen, dat bij ons past en dat andere mensen nog niet hebben gedaan. Voor mij heeft een enscenering met Playmobil een artistieke kant, het is anders dan wanneer je het in een etalage zet. Het is zo opgesteld zodat het de mensen raakt, zodat ze foto's nemen, zodat ze zich de plek beter zullen herinneren als ze de tentoonstelling hebben gezien en de geschiedenis van de plek begrijpen door Playmobil."
We proberen allemaal om op een ochtend wakker te worden met een idee waarmee we iets anders kunnen doen, dat bij ons past en dat andere mensen nog niet hebben gedaan. Voor mij heeft een enscenering met Playmobil een artistieke kant, het is anders dan wanneer je het in een etalage zet.
Heb je er ooit aan gedacht dat je er een carrière van zou kunnen maken? Als kind lijkt dat idee zo onwerkelijk!
Jean-Philippe: “Ik heb ooit een groep kinderen ontmoet in een museum over Napoleon in Frankrijk. Het was een schoolgroep die daar toevallig was toen ik aan het inpakken was, en ze maakten van de gelegenheid gebruik om me wat vragen te stellen. Ik vertelde ze dat het inderdaad mogelijk is om te doen wat ik later heb gedaan. Maar om dat te doen, moet je een artistiek gevoel hebben, onafhankelijk zijn, je tijd kunnen beheren, een boekhouder zijn, een verhuizer, je moet creatief zijn, de klant vinden, commercieel zijn, geïnteresseerd in het verhaal... Dus ze begrepen dat het uiteindelijk niet zo eenvoudig is. Het is een combinatie van vaardigheden.”
Jouw verzameling moet enorm zijn. Je tentoonstellingen beslaan een breed scala aan thema's en Playmobil biedt verschillende sets voor elk thema... Hoe groot is die precies?
Jean-Philippe: “Dat is onmogelijk te zeggen. Op een gegeven moment was het bijna eenvoudig: ik had een magazijn van 150 m2 vloeroppervlakte. Maar toen ik dingen van thuis of uit garages begon mee te nemen, was het al te klein. Alles werd opgeslagen in dozen en kratten. Ik kan alleen maar praten in termen van opslag, want het is onmogelijk om de figuren, de accessoires, de dieren, de gebouwen... te tellen.”
Dus als je 's ochtends opstaat, stap je op een Playmobil mannetje?
Jean-Philippe: “Nee, niet meer. Thuis is de situatie gered. Een beetje toch. Ik ben wel al op tv geweest in Frankrijk, in programma's waarin ze inzoomen speciale gevallen." (lacht) "Het programma ging over hoe mijn vrouw leeft met mijn verzameling. Ja, er waren echt tijden dat als ze thuiskwam, ze tussen de dozen moest lopen.”
Je hebt al in verschillende landen geëxposeerd. Welke precies?
Jean-Philippe: "Alleen Frankrijk en België. In Spanje en Duitsland bijvoorbeeld zijn er vrij veel verzamelaars. In Italië heb ik dat nog niet onderzocht. Het makkelijkste was om het bij Frankrijk en België te houden.”
Dus er zijn verzamelaars die dit per regio doen?
Jean-Philippe: “Inderdaad. We zijn maar met twee professionals in Frankrijk die dit doen, namelijk met instellingen, musea, kastelen samenwerken en tentoonstellingen maken in opdracht ... Soms twaalf tentoonstellingen per jaar door heel Frankrijk, met tentoonstellingsmateriaal, licht als het nodig is... Afgelopen voorjaar had ik vijf tentoonstellingen tegelijk, dus je hebt een collectie en materialen nodig.”
In 2024 heb je een tweede tentoonstelling gemaakt voor het Abdijmuseum. Ten Duinen brengt een thema dat teruggaat tot in de middeleeuwen en waarin cisterciënzer monniken centraal staan. Wat is voor jou hierbij de grootste uitdaging?
Jean-Philippe: “De eerste tentoonstelling ‘Idesbald Leeft!’ in 2017 was ingewikkelder, omdat de Playmobil monniken nog niet bestonden. We moesten ze dus allemaal met de hand maken, schilderen enzovoort. Voor de tweede tentoonstelling was het makkelijker, omdat de monniken nu in Playmobil bestaan! Het was dus mogelijk om honderd monniken te kopen.”
“In 2024 kwamen er dan weer meer gebouwen aan te pas. Dat was moeilijker, en vooral het feit dat je de evolutie van de gebouwen in de tijd moest weergeven. Je moet kleine trucjes vinden om te laten zien hoe Ten Bogaerde is gegroeid van twee naar acht gebouwen, dat de kerk is geëvolueerd... Maar ik zou niet zeggen dat het heel ingewikkeld was, want ik heb daar geen problemen mee. Hoe meer beperkingen er zijn, hoe leuker ik het vind, ook al ziet het er van buiten ingewikkeld uit. Als ik alle vrijheid had, smelt de fun weg als sneeuw voor de zon. In de eerste scène heb ik bijvoorbeeld kleine dennenboompjes neergezet en na verloop van tijd groeiden ze. Mensen merken dat niet per se op, maar ik wel. Leve dat soort kleine details!”
Dus je hebt veel middeleeuwse gebouwen in je collectie? Aangezien je ook andere tentoonstellingen over hetzelfde thema hebt gedaan?
Jean-Philippe: "Ja, ik heb alles! Ik kan moderne, middeleeuwse of andere stukken maken als iets niet bestaat. Bijvoorbeeld, om de scène met de beeldenstorm te maken in 2024, heb ik drakenkastelen die normaal zwart zijn opnieuw geschilderd, en heb ik ook prinsessenpaleizen gebruikt om de kerk zelf te maken. En er zijn nog moderne elementen die ik soms overschilder: politiebureaus, huizen, ... Ik gebruik ze op allerlei manieren."
Je kunt heel puristisch zijn en alleen Playmobil gebruiken, maar dat is niet wat het publiek wil zien. Het publiek wil een scène beleven, en als we daarvoor in plaats van Playmobil gras een stof gebruiken die op gras lijkt, is dat prima.
Soms schilder je dus de gebouwen. Je zou kunnen zeggen dat het niet meer de originele Playmobil is?
Jean-Philippe: “Niemand heeft ooit gezegd dat je Playmobil niet mag beschilderen of verknippen. Ik zie mezelf als een huurling: als me wordt gevraagd om de abdij op een bepaalde manier te maken, dan maak ik de abdij op die bepaalde manier. Ik gebruik 99% Playmobil. Ik denk dat het enige in de laatste Ten Duinen expo dat niet van Playmobil is, de houten daken zijn, om een bepaalde vorm te krijgen. Je moet een gulden middenweg vinden. Je kunt heel puristisch zijn en alleen Playmobil gebruiken, maar dat is niet wat het publiek wil zien. Het publiek wil een scène beleven, en als we daarvoor in plaats van Playmobil gras een stof gebruiken die op gras lijkt, is dat prima.”
Is er een scène uit de Idesbald-tentoonstelling in 2017 of uit de tweede tentoonstelling in 2024 die je bijzonder heeft gefascineerd?
Jean-Philippe: “Persoonlijk was ik nog meer gecharmeerd door de Idesbald-tentoonstelling, omdat het een uitdaging was. De tafel was groot, maar alle tijdperken moesten samengebracht worden op dezelfde tafel. Het was een van de eerste keren dat ik de truc gebruikte om een soort scherm op de tafel te zetten om de oudere tijden aan de ene kant te laten zien en dan verder rond te gaan naar modernere tijden. De ruimte was ook vrij donker. De belichting maakte het mooi. En tot slot was het mijn eerste keer in België, mijn doop hier (lacht).”
Wat is het vreemdste en moeilijkste verzoek dat je ooit hebt gekregen voor een Playmobil tentoonstelling?
Jean-Philippe: “Bij het Château d'Ancy le Franc in Bourgondië moest ik minstens vier keer exposeren. Dat is ingewikkelder omdat ik niet meerdere keren rond hetzelfde thema kan werken. De eerste keer was er een middeleeuws thema met drie diorama's te zien. Twee of drie jaar later waren er tien diorama's over de Franse geschiedenis. De derde keer werd het thema ‘superhelden’ gekozen: striphelden, filmhelden... De vierde keer kwam de kunstgeschiedenis aan bod. Als ik nu voor de vijfde keer word gevraagd, krab ik toch even in mijn haar ... (lacht) Maar dat is een deel van de complexiteit: je moet altijd met iets nieuws kunnen komen.”
Als je een onderdeeltje nodig hebt dat je niet in je collectie hebt, bel je dan Playmobil® of zoek je op internet?
Jean-Philippe: "Ik zoek op tweedehandssites. Voor een tentoonstelling over de Olympische Spelen moest ik eens een scène maken rond watersporten, maar ik had niet genoeg boten. Dus zocht ik tussen de online advertenties en heb ik vier of vijf tweedehands boten gekocht. Puur praktisch gezien heb ik eigenlijk niets nodig, ik heb alles al. Maar ik koop altijd sets van Playmobil die mensen me aanbieden. Ik heb ook een eigen zaak waar ik Playmobil verkoop: figuurtjes, dieren, reserveonderdelen, accessoires... Dus ik koop, sorteer en verkoop. En soms bewaar ik dingen en leg ze aan de kant.”
Welk Playmobil figuurtje of voorwerp is voor jou het meest waardevol en waarom?
Jean-Philippe: "Voor mij is Playmobil gereedschap. Het zou hetzelfde zijn als zeggen dat ik een favoriete schroevendraaier of hamer heb. Ik ben een kunstenaar en ik maak diorama's, dat is mijn werk.”
"Maar om toch zo dicht mogelijk bij je vraag te komen, … Ik hou van overbodige details. Er bestaat bijvoorbeeld een circuspersonage dat halters draagt, waarvan je kunt zien dat ze nep zijn. Ik vind die man leuk. Of vroeger was er een waterdraagster met een stang op haar schouders, twee haken en twee emmers. Zó eenvoudig, maar ik hou van dat personage. Het dateert ook echt van toen ik een kind was, tussen de jaren '70 en de jaren '80. Ik zag haar wel in catalogi, maar ik had haar toen zelf nog niet."
Dat is ook mijn doel, om het innerlijke kind bij mensen terug te vinden. Als ik daarin slaag, kan ik misschien de volwassene helpen, zelfs als die pakweg een achtergrond heeft die niet rooskleurig is. Als ik die laatste kan terug katapulteren tot in z’n jeugd. De tijd toen hij klein was, plannen en dromen had, en iets anders wilde doen...
Playmobil kan een moeilijk thema heel visueel en toegankelijk maken. Krijg je feedback van bezoekers en instellingen waar je in het verleden mee hebt gewerkt?
Jean-Philippe: “Ze vertellen het me vaak niet, want ik ben er ook niet per se om dat te horen. Soms ontmoet ik achteraf mensen die me vertellen dat ze een van mijn tentoonstellingen hebben gezien.”
“Ik heb een keer een diorama gemaakt dat ontbossing illustreerde, en een lerares vertelde me dat ze foto's zou maken die zouden helpen om haar leerlingen het thema te doen begrijpen. Een andere keer deed ik iets vreemds met alleen kartonnen Playmobil dozen: er was dus geen enkel Playmobil figuurtje te zien. Het waren gewoon de dozen die ik had verknipt. Op die dozen kon je de inhoud zien: een boot, een personage, dieren... Afhankelijk van de grootte had ik ze zo geplaatst dat ze bijvoorbeeld voor, achter of hoog stonden.”
“Veel mensen keken ernaar en begrepen het niet. Maar ik ontmoette iemand met tranen in zijn ogen, omdat hij als kind niet veel Playmobil had, dus knipte hij de dozen in stukken en maakte er landschappen van. Hij was dus erg ontroerd, omdat het zijn kindertijd, zijn jeugd raakte.”
“Dat is ook het doel, om het innerlijke kind bij mensen terug te vinden. Als ik daarin slaag, kan ik misschien de volwassene helpen, zelfs als die pakweg een achtergrond heeft die niet rooskleurig is. Als ik die laatste kan terug katapulteren tot in z’n jeugd. De tijd toen hij klein was, plannen en dromen had, en iets anders wilde doen, dan kan ik hem misschien helpen.”
“Ik herinner me tot slot ook nog iemand die me vertelde dat hij blij was om dit te zien, omdat hij thuis één plank had met kleine loden soldaatjes die hij schilderde. En zijn vrouw vond het al veel, maar toen ze dit allemaal zag, stemde ze in met een tweede plank. Dus als ik daarmee kan helpen, iets in beweging te krijgen...”
In elke volwassene schuilt ook een kind, maar sommige mensen willen het niet laten zien.
Jean-Philippe: “Ja, ze sluiten zich af. Je hebt de eerste leeftijd, baby's. Dan is er de tweede leeftijd, wanneer het kind zindelijk is, en dan is er de derde leeftijd, de ouderen vanaf ongeveer 70 jaar. In feite is de periode tussen de tweede en derde leeftijd hetzelfde. Maar volwassenen willen vaak geen kleurpotloden meer vastnemen. Nu zijn de dingen een beetje veranderd, met de mandala’s die je kan inkleuren bijvoorbeeld.”
“Een volwassen man moet vandaag nog te vaak serieus zijn, een pak aantrekken, aan geld denken, zijn beroep... Pas als je dat harnas een beetje weet af te breken, veranderen mensen van baan, gaan ze opeens iets doen wat ze altijd al wilden doen...”
“Ik volgde een Chinese meester die vooral qi gong en tai chi deed. En als ik een Playmobil mannetje zie, dan associeer ik dat met de wachtpositie die hoort bij dit soort gezonde gymnastiek, waarbij gewerkt wordt aan het lichaam en de energiecirculatie. Zo’n Playmobil figuurtje is perfect: die heeft parallelle benen, lacht en heeft een goede houding. Vergelijk het eens met een Barbie pop: ze is niet energiek en kan niet staan. Er is dus zeker een manier om, met al die goedgehumeurde, lachende, evenwichtige figuurtjes, het innerlijke kind in volwassenen weer tot leven te wekken.”
“Ik volgde een Chinese meester die vooral qi gong en tai chi deed. En als ik een Playmobil mannetje zie, dan associeer ik dat met de wachtpositie die hoort bij dit soort gezonde gymnastiek. Zo’n Playmobil figuurtje is perfect: die heeft parallelle benen, lacht en heeft een goede houding. Dat heeft een Barbie pop niet bijvoorbeeld."