De tentoonstelling ‘Bouwen voor de eeuwigheid’ eindigde op 5 januari 2020. Je kon er kennis maken met de miniwerelden van Rob Buelens. Het zijn schaalmodellen, gemaakt uit hout, ijzerdraad, garen en eigentijdse objecten. Boeiend in het kader van de tentoonstelling is dat ze ook takels en hijskranen met tredmolens, geïnspireerd op historische afbeeldingen, laten zien. Hedendaagse kunst als opstap naar het middeleeuws bouwbedrijf, in ons geval de bouw van de Duinenabdij.
De vele constructies, bouwsels, stellingen, ladders, takels en kranen met tredmolen in de schaalmodellen zijn zoals de figuurtjes volledig handmade. De bouw ervan is een monnikenwerk. Het vergt visie, geduld, concentratie en precisie in uitvoering. En dankzij de vele referenties naar historische technische toepassingen vormen de verwonderende kunstwerken een goede inleiding tot de tentoonstelling. Daar blijft het niet bij, elk schaalmodel gaat ook dieper in op de manier waarop mensen samenwerken om een doel te bereiken, alsook hoe de mens zich verhoudt tot de ander, zowel binnen groepsverband als daarbuiten.
Tegenover de kleine figuurtjes in de fictieve werelden van Rob zijn wij reuzen. Het lijkt alsof we in de huid van scheeparts Leamul Gulliver kruipen en in het eerste verhaal van Jonathan Swifts Gullivers Reizen (1726) zijn beland. Deze scherpe 18de-eeuwse satire op de Britse maatschappij was van bij de publicatie een groot succes. Meesterlijk vermengt Swift verwondering met verwijzingen naar zijn eigen leefwereld. Precies wat Rob Buelens ook doet.
De fragiele constructies verwonderen en eisen de aandacht op. Ze vragen de toeschouwer te vertragen. Ze prikkelen de nieuwsgierigheid en stimuleren reflectie, het nadenken over het menselijk gedrag in groep. Laat je niet misleiden door de drukte. In Robs werken heerst geen chaos, maar een gecoördineerde bedrijvigheid. De opgewonden figuurtjes voeren elk specifieke taken uit die bijdragen tot het gemeenschappelijke doel.
De schaalmodellen tonen eeuwenoude technische toepassingen. Dat gaat van het gebruik van stellingen (werken op hoogte), over heftoestellen tot kranen en takels met tredmolens. Stuk voor stuk toepassingen waarvoor Rob zich liet inspireren door historische afbeeldingen.
De werktuigen en de figuurtjes zijn een lust voor het oog. Sisyphus Sugar 9 (2015) toont hoe ze een klontje suiker, met voor hen enorme afmetingen, in een al even buitenproportionele tas willen krijgen. Met houten rollen slepen ze de last, als het ware een massieve blok carrara-marmer, tot onder de takel die bovenop de stelling staat. Het type van takel duikt in veel historische afbeeldingen op. Het doet zelfs denken aan de takel die tot in het midden van de 19de eeuw bovenop de Dom van Keulen prijkte.
Al zijn werken wijzen niet alleen op onderlinge samenwerking en historische technieken, maar evenzeer op de vindingrijkheid van de mens. Dit komt het sterkst tot uiting bij Making the Wind work for us too (2018). Iedereen zal in de grote pepermolen een windmolen herkennen. Met een lift hijsen de figuurtjes de peperbollen naar boven.
To the other side! (2014) en Someday we’ll all be free (2014) tonen de kracht die uitgaat van een groep mensen die hetzelfde nastreven. In deze gevallen is het doel vrijheid. Het is een universeel verlangen dat bij alle mensen leeft, waar ook ter wereld. Een kostbaar concept dat samen met de verdraagzaamheid en het begrip voor anderen onder druk komt te staan op momenten dat de uitgezette koers begint te vervagen. Algemeen aanvaarde waarden worden dan wel eens in vraag gesteld. In tijden van onzekerheid, scharniermomenten neemt de ‘Sehnsucht’ toe, een weemoed naar een geïdealiseerd verleden. Een gevoel dat de strijd aangaat met een meer kritische, onbevangen analyse naar de toekomst toe. Het verlangen naar die verbeelde periode kan groepen zelfs aanzetten om zonder of weinig begrip voor andere visies, de toestand naar hun ideaalbeeld bij te sturen.
Schenking vriendenkring aan het Abdijmuseum
In Beset by stone (2019) zoomt Rob Buelens in op hoe een groep reageert op veranderingen, al of niet bedreigingen. Het werk is gemaakt in opdracht van de vriendenkring van het museum: de Familiares de Dunis, die het op 10/12/2019 aan het museum schonken. Na de tentoonstelling (22/06/2019–05/01/2020) wordt het dan ook het enige grote werk van Rob dat nog in het museum te zien zal zijn.
Aan de ene zijde lijkt er niets aan de hand. Het dagelijkse leven kabbelt onverstoord verder. Er wordt gebouwd, mensen zitten te keuvelen, werken samen, processies gaan uit… Aan de andere zijde oogt de situatie totaal anders! Een spinachtig wezen, bestaande uit een stuk natuursteen met aangelijmde metalen poten, beklimt de toren… Het lijkt geïnspireerd te zijn op het verhaal van King Kong, dat een fatale afloop kent…
Wat er gebeurt, is moeilijk uit te maken. Wel merk je dat de aanwezigheid of de passage van de bevreemdende spin angst en onrust veroorzaakt. Een spoor van vernieling is overduidelijk zichtbaar. Gebouwen zijn beschadigd. Figuurtjes liggen gewond of dood in een plas bloed op de grond... Een aantal probeert groepsleden die de passage van de spin hebben overleefd, te helpen… Anderen proberen via een lift tot bij de verdedigers in de toren te komen. Ze willen mee vechten tegen wat ze als dreiging interpreteren.
De verdedigende reflex van een groep tegen de ander komt ook aan bod in Why are you hurting me (2018). Een groep probeert er met alle middelen en macht zijn positie te verzekeren. De andere wordt met geweld afgehouden. Ook hier ontbreekt een verdere context die door de toeschouwer dient ingevuld te worden. Het kan zelfs dat het terrein dat ze verdedigen, nooit van hen alleen is geweest.
Evolutionair heeft het vormen van groepen de mens zeker geholpen stand te houden en welvaart op te bouwen. Als lid van een groep is de kans op overleven en welstand groter. Meteen zijn dit vaak de hoofdredenen waarom mensen zelfs bereid zijn om opvattingen bij te sturen of er zelfs afstand van te nemen. Toch hebben we nood aan kritische, onafhankelijke stemmen. Dat laatste is voor het individu die zaken in vraag stelt, niet zonder risico.
Het is niet gemakkelijk voor een dissidente stem om door de groep gehoord te worden. Sometimes it takes one (2016) illustreert tot welke offers iemand bereid moet zijn als hij dat wil bereiken. Rob toont twee verschillende werelden: de wereld onder de koepel en de bijna verlaten wereld daarbuiten. Buiten de koepel staat een enorme constructie met een opgeheven stormram, gericht op de stolp waaronder de dagelijkse routine rustig verder gaat. De stelling met de stormram lijkt verlaten… Maar dat is slechts schijn. De aandachtige toeschouwer merkt die ene figuur ongetwijfeld op. En ja, het kan. Eén individu kan voor een kentering zorgen in het collectieve denken, een groep inspireren, motiveren om van koers te wijzigen. Voorbeelden uit de 20ste eeuw zijn Mahatma Gandhi, Albert Einstein, Martin Luther King, Nelson Mandela…
Typerend ook voor de mens is de continue zoektocht naar nieuwe belevingen, de jacht op kicks, op voorwaarde dat er geen risico’s aan verbonden zijn. Dat is het thema van Forlorn Wanderlust (2018). Een thema dat ook centraal staat in Michael Crichtons film Westworld (1973) of de gelijknamige afgeleide HBO-tv-serie. Het verhaal situeert zich in een nabije toekomst. Bezoekers kunnen bij het themapark Delos de vakantie van hun leven boeken. Ze kunnen kiezen uit een verblijf in de antieke oudheid, de middeleeuwen of het Wilde Westen. Drie specifieke werelden, bevolkt door robots, waar de bezoeker zich zonder risico volledig kan overgeven aan zijn fantasie en zin voor avontuur. Alles loopt als gepland… tot een storing in het controlecentrum de robotten op hol doet slaan en ze zich tegen de nietsvermoedende bezoekers keren.
Stuk voor stuk zijn de kunstwerken verrassende en speelse schaalmodellen waarin Rob Beulens de mens als groepsdier laat zien. Door de krachten en het vernuft te bundelen, kan de mens grootse prestaties neerzetten. De maquettes zijn schitterend om naar te kijken. Ze tonen een aantal historisch geïnspireerde technische toepassingen, maar de grootste verdienste is dat de kunstenaar ons een spiegel voorhoudt. De actualiteit is in Robs werk alomtegenwoordig, waardoor hij met zijn schaalmodellen uitnodigt tot reflectie en dialoog over het gedrag van de mens in een groep, ten opzichte van onszelf, anderen of andere groepen. En het werkt! Tijdens de tentoonstelling en de rondleidingen hebben we kunnen zien hoe vlot de bezoekers met elkaar in gesprek gaan, elkaar details aanwijzen en vertellen over wat de werken bij hen oproepen.
Wie ook het andere werk van Rob Buelens wil ontdekken, kan hiervoor terecht op zijn website.