Viel je oog al op het portret van abt de Hondt in het Abdijmuseum? Of heeft het prachtige interieur van de abtswoning uit de VR-ervaring je aandacht gegrepen? Het portret waarop de VR-ervaring zich baseert voor de abtswoning, maakt deel uit van een tweeluik bewaard in het KMSK van Antwerpen. De diptiek is een sleutelwerk voor de identificatie van de onbekende “Meester van 1499”. Ze toont een biddende abt de Hondt aan een bidbank, midden in het rijke interieur van zijn abtswoning. Het andere luik laat Maria met Kind in een kerk zien.
Abt de Hondt kon op basis van zijn wapenschild op een van de kraagstenen onder de draagbalken worden geïdentificeerd. Ook het slapende hondje aan de voeten van de abt staat niet enkel symbool voor de trouw, maar verwijst naar zijn naam. Voor zijn verkiezing tot abt in 1495 was Christiaan de Hondt subprior van de Duinenabdij in Koksijde. Tijdens zijn abbatiaat vanaf 1495 tot in 1509 zette hij zich in voor de culturele opleving van de abdij. Zo verrijkte hij Ten Duinen met diverse handschriften en voorzag hij de abdijkerk van een orgel.
Het tweeluikje van abt de Hondt is binnen dit culturele elan te schetsen: vier jaar na zijn aanstelling tot abt liet hij dit ingetogen tweeluikje schilderen. Het betreft waarschijnlijk een schilderij met een privé-devotionele functie. Dat is bijvoorbeeld te zien aan het kleine formaat (37,5 op 20,3 cm). Bovendien is de bidbank van de abt gericht naar het andere luik met Maria en Kind, waardoor de abt Hen lijkt te aanbidden. Maar ook op het schilderij zelf is er een verwijzing naar de functie van de diptiek. Boven het blauwe bed van de abt zie je een gelijkaardig diptiekje dat het private gebruik ervan verraadt. Het religieuze karakter verklaart bovendien waarom abt de Hondt in een kovel is geportretteerd en niet in een gewone pij. De kovel is een religieus gewaad met brede mouwen en een wijde kap. De monniken droegen het bijvoorbeeld tijdens het koorgebed.
Het portret van de abt zelf lijkt erg sober te zijn, wat in overeenstemming is met het armoedecriterium van de cisterciënzerorde. Toch oogt het portret tegelijkertijd erg luxueus door het rijkelijk uitgewerkte interieur. Een brandende open haard, een bed met blauwe hemel en fluweelrode kussens wijzen erop dat de abt ogenschijnlijk niets te kort kwam. Bovendien zijn er drie feloranje sinaasappelen in het interieur te zien. Die zijn ook terug te vinden in het bekende Arnolfini-portret van Jan van Eyck uit 1434. Deze exotische vrucht staat symbool voor rijkdom en toont dus opnieuw aan dat de abt zich op materieel vlak geen zorgen hoefde te maken.
Ook op religieus vlak liet de Hondt zich rijkelijk afbeelden. Als abt van de Duinenabdij wordt hij gekenmerkt door een abtsstaf, die steunt tegen de muur naast de open haard. Het luxueuze gebedenboek op zijn bidbank en de versierde mijter met edelstenen op het rode kussen getuigen van de kostbaarheden die hij in zijn bezit had.
Toch is het rijke interieur voornamelijk aan de “Meester van 1499” te danken. Hij liet zich voor het portret van abt de Hondt namelijk inspireren op andere geschilderde interieurs door voorgangers, zoals van Eyck. Daarnaast is er een zeer grote gelijkenis te zien met het interieur op een portretschilderij van Margaretha van Oostenrijk. Dit tweeluik zou dateren van ca. 1501-1504 en is hoogstwaarschijnlijk van dezelfde hand als het portret van abt de Hondt. Het slaapvertrek van abt de Hondt lijkt dus een combinatie te zijn van verschillende interieurs en is eerder fictief. Toch geeft het ons een mooie inkijk in hoe een abtswoning er mogelijk heeft uitgezien en de manier waarop abt de Hondt zich wilde laten portretteren.