Draken spelen een hoofdrol in talloze populaire verhalen: van de ruige wereld van Game of Thrones tot de betoverende wereld van Harry Potter. Ook in de middeleeuwen was het wezen alom tegenwoordig. Maar was het wezen in die tijd wel zo fabelachtig als wij allemaal denken? En welke symboliek schuilde er achter de afbeelding draak? Aan de hand van enkele voorbeelden uit de Duinenabdij en haar context, ontrafelen we de middeleeuwse symboliek rond het fabelwezen.
De draak Drogon uit de immens populaire tv-serie Game of Thrones van HBO
De meeste middeleeuwse afbeeldingen van draken zijn miniaturen of randillustraties in geschriften, die zonder twijfel terug te vinden waren in de bibliotheek van de monniken. Een voorbeeld van zo een literair werk uit de bibliotheek van de Duinenabdij is De Natura Rerum van Thomas van Cantimpré. Volgens middeleeuwse geschriften bestaan er verschillende soorten draken. Ze kregen de meest uiteenlopende namen toegewezen, van basilisk tot emorrosis. Elke soort had specifieke eigenschappen. Zo stopte een asp één oor toe met zijn staart en drukte het zijn ander oor tegen de grond om bezwerende magische geluiden weg te bannen. Een draak werd gezien als een soort slang en had dus -in tegenstelling tot hoe het nu gezien wordt- niet altijd vleugels. Meestal werd het afgebeeld met twee poten, een gekrulde staart en een soort hanenkam op zijn kop.
Miniatuur van een asp in het bestiarium van Aberdeen
Draken komen vaak voor in Bijbelse verhalen, zoals het verhaal van aartsengel Michaël, en in queesten zoals het 13de-eeuwse “Walewein en het zwevende schaakspel”. Binnen deze verhalen stond de draak symbool voor de duivel en werd het wezen geassocieerd met een uitermate lastige beproeving. In hoeverre queesten bekend waren bij de monniken van de Duinenabdij weten we niet. Maar we mogen er wel vanuit gaan dat ze de Bijbelse verhalen door en door kenden.
'Sint-Michaël en de draak' van Raphael, 1504-1505, Louvre
Ook in de architectuur van de duinenabdij werd een afbeelding van een draak gebruikt, namelijk in het lavatorium. Dit is de plaats waar de monniken hun handen wasten alvorens ze zich naar de refter begaven om te eten. In 1971 werden twee restanten van de originele vloer van het lavatorium blootgelegd. De vloertegels worden gedateerd in de 14de eeuw aan het begin van het abbatiaat van Lambrecht II Uppenbroeck (1318-1354), rond 1320-1325. De tegels zijn versierd met een hele reeks afbeeldingen: ridders, koningen, geometrische patronen, dieren, fabelwezens, enz. Een van de afgebeelde fabelwezens is een draak. De figuur staat op 2 poten, heeft een lange staart en nek en er lijkt rook uit zijn bek te komen. Ook heeft de draak een soort hoorn, hanenkam of kuif op het hoofd. Er zijn geen vleugels zichtbaar. Op het eerste zicht is het niet helemaal duidelijk welke draak hier wordt afgebeeld, maar het lijkt het meeste op een scitalis. De scitalis heeft een felgekleurde rug die andere dieren aantrekt. Dit prachtige uiterlijk gebruikt hij om zijn prooi te vangen. Hij laat hen zeer dichtbij komen om hen dan aan te vallen, aangezien hij te lui is om op hen te jagen.
Miniatuur van een scitalis uit het Bodleian bestiarium, Richard Barber, 1992
Afbeelding van een draak op een vloertegel van het lavatorium van de Duinenabdij, 1320-1325
Binnen de Duinenabdij komen nog twee merkwaardige afbeeldingen van een draak voor, namelijk op een leisteen. Deze steen, die geïnterpreteerd werd als een oude leien dakpan, werd in 1969 opgegraven in de refter van de lekenbroeders. Op de steen is langs beide kanten een draakachtige figuur ingekrast, gelijkaardig op het eerste zicht, maar er zijn toch enkele verschillen merkbaar. Op kant A staat een draak afgebeeld met vleugels en twee poten met klauwen. Daarnaast heeft het ook een bek vol scherpe tanden, een hanenkam op zijn kop en een lang, smal lijf eindigend in een dunne krullende staart.
Afbeelding van een draak op kant A van een leisteen gevonden in de refter van de lekenbroeders
Op kant B is een vleugelloos wezen ingekrast met een zeer lang en kronkelig lijf met staart en vier zeer gestileerde poten. De draak heeft een open bek zonder tanden en een hanenkam op zijn kop. Het lijkt alsof de figuur op kant B niet volledig is afgewerkt.
Wie deze tekeningen in de leisteen gekrast heeft en waarom dat gebeurde, weten we niet. Het kan een monnik, lekenbroeder of bezoeker zijn die zijn fantasie de vrije loop liet, enz. De ware toedracht is en blijft een raadsel. Uit de voorbeelden blijkt dat afbeeldingen van draken binnen de Duinenabdij voorkwamen en dat de wezens een rol speelden in de leefwereld van haar inwoners. Denk daar maar eens aan de volgende keer dat er een draak op je scherm verschijnt!
Auteur van deze blog: Kwinten Van Dessel