Abdijmuseum Ten Duinen
Museumverhalen

Groep met gids bij het de kopie van Pourbus’ Plan van de Duinenabdij door L. Poupaert in het Abdijmuseum - foto BaD

Een van de belangrijke stukken in onze collectie is de kopie van Pourbus’ fenomenale werk “Plan van de Duinenabdij” (1580) door kunstschilder Lionel Poupaert uit 1957. Op zich is het een vrij getrouwe kopie van het origineel dat te zien is in het Groeningemuseum te Brugge. Het geeft een indruk hoe de abdij er in de 16de eeuw ongeveer heeft uitgezien. Hoe realistisch het beeld ook oogt, het geeft de werkelijkheid niet volledig weer. Een groot aantal gebouwen verkeerden toen al in slechte staat. Iets waar je op het werk niets van ziet. Wat je wel ziet is een uitgebreide legende met daarboven drie verschillende heraldische schilden. Details die verwijzen naar de vroegere abten.

Een kopie van Lionel Poupaert

Hoe verhoudt de kopie in het Abdijmuseum zich tot het originele werk van Pieter Pourbus in Brugge? We hoorden vaak dat het origineel een pak groter is dan onze kopie, en dat dit grote werk (hoogte 214,5 cm x breedte 215 cm) in het Abdijmuseum gewoon niet binnen zou kunnen. Maar uit het nameten van de kopie, blijkt dat de twee schilderijen in werkelijkheid… even groot zijn!

Maar waarom lijkt de kopie dan kleiner? Dat heeft allicht met de presentatie te maken. In Groeninge hangt het schilderij mooi aan een wand, terwijl het bij ons in het Abdijmuseum bijna staande op de grond is en dan nog deels verborgen achter de maquette van de abdij. Zo is het niet kleiner, maar lijkt het alleen maar kleiner…

De drie heraldische afbeeldingen

Op de cartouche, waarin de uitleg bij de kaart gezet is, staan drie wapens. Het rechtse is ons zeer goed bekend: dat is het wapen van de abdij zelf, met de leuze FAC NECESITATE VIRTUTEM en met als schildbedekking (een helmteken, maar dan zonder een helm) een boom. Het linkse wapen is gevierendeeld en is geplaatst voor een staf. We herkennen het als het wapen van abt Laurens van den Berghe (1579-1606). Het wapen in het midden is dat van zijn voorganger, Robrecht Holman (1569-1579). Ook dit wapen is gevierendeeld, maar het wordt groter voorgesteld dan de andere en het is bekroond met een mijter en geplaatst voor een staf. Onderaan is zijn leuze gezet: Victoria sua maxima.

Opdrachtgever is …

Over de bestelling en dergelijke maakt het abdijarchief ons niets wijzer. In de periode omstreeks 1580 beleefde Ten Duinen immers barre tijden, met vervolging, verspreiding van de monniken en zo meer. Een rekening uit die periode is niet bewaard gebleven. Maar gelukkig geeft een legende op het schilderij, nl. de tekst die bij de passer gezet is, hier de nodige uitleg: …Alvooren hebbe ick pieter pourbus dese caerte van ’t clooster van duijnen geconterfeijt… bij laste van den abt van duijnen robert hoolman maer niet volmaeckt dan naer ’t overlijden van den abt voorseijt ende voort volmaeckt bij den abt van duijnen lauwereijns vanden berghe in ’t jaer ons heeren 1580 staat er letterlijk.

Daarmee is een en ander duidelijk: Pieter Pourbus, schilder-cartograaf, identificeert zich uitdrukkelijk als de schilder die het werk aangevat heeft op vraag van abt Holman, maar het slechts voltooide onder abt vanden Berghe in 1580. Dat verklaart wellicht waarom Holmans wapen als opdrachtgever centraal en het grootst weergegeven is.

Terzijde wijzen we er op dat Pourbus al eerder een afbeelding van de abdij gemaakt had, nl. een werkschets van de abdij en het omliggende gebied in 1563, dit is onder abt Wydoodt (1557-1566). Daarna werd dit grote doek geschilderd, dat de abdij wellicht weergaf in een staat die intussen - na de Beeldenstorm en de latere onlusten en ontmantelingen - al niet meer overeenstemde met de werkelijkheid…

Dit is een bewerking van het artikel over het “Plan van de Duinenabdij” van Pieter Pourbus uit het ledenblad van de vzw Familiares de Dunis; nr. 54, jg. 14, 2017