De inventarisatie van de uitgebreide collectie religieus erfgoed die door het Abdijmuseum wordt bewaard, is in volle gang. Gaandeweg geven de stukken hun geheimen prijs. Aan de hand van merken en opschriften is uitgezocht waar en door wie ze werden gemaakt, in welke periode en soms ook door wie een stuk geschonken is.
Op dit ogenblik zijn vooral liturgisch vaatwerk, reliekhouders en boeken geregistreerd. Naast stukken voor katholieke kerken zijn er objecten uit de anglicaanse, Joodse en orthodoxe erediensten. Een groot deel daarvan is al online te bewonderen op de online databank Erfgoedinzicht.be.
De kern van deze collectie is de verzameling van de heer J.P. Maldague de la Héry. Ze is dan ook heel divers vergeleken met het religieus erfgoed dat in Vlaamse kerken wordt aangetroffen. Dat levert enkele merkwaardige vondsten op.
Beeldje vol verrassingen
Een klein zilveren beeldje van een priester met een kistje in de handen lijkt op het eerste gezicht te stammen uit de middeleeuwen, maar werd in het begin van de 20ste eeuw gemaakt in het Duitse Hanau door de firma Dingeldein. Hanau was al in de 16de eeuw een centrum van edelsmeedkunst maar beleefde in de 19de eeuw een grote bloei met het historisme, waarbij allerlei oude stijlen werden nagebootst. Het beeldje moest dan ook gotisch lijken. De merken op de onderzijde zijn zgn. pseudomerken of fantasiemerken: het zijn geen vervalsingen want ze bootsen geen bestaande zilvermerken na.
Link met New York?
De in musea bewaarde reliekbeelden uit de 12de tot 14de eeuw zijn een stuk groter en fijn gedetailleerd. De reliek is veilig in het beeld of een houdertje geplaatst. Het beeldje in het Abdijmuseum draagt echter een kistje met een scharnierend deksel waar de reliek niet veilig in zou zitten. Een heel gelijkend voorbeeld dat zou dateren uit het derde kwart van de 13de eeuw bevindt zich in The Metropolitan Museum in New York. Dit beeld met dezelfde priesterfiguur is meer dan dubbel zo groot en gemaakt van verguld koper. De reliek zit in een zilveren houder met glas en is omhuld met een kostbare zijden stof. Relieken van heiligen werden immers met veel zorg vereerd. Volgens het opschrift op het stuk zou het gaan om een stukje van de arm van de heilige Macharius van Gent, een monnik uit Antiochië die in 1012 aan de pest overleed in de Gentse Sint-Baafsabdij. Hij is een van de zogenaamde pestheiligen, die aanroepen worden tegen besmettelijke ziekten.
Dit beeld kwam uit de enorme collectie van verzamelaar Frédéric Spitzer uit Parijs die na zijn dood in 1893 werd geveild. Leuk weetje: de catalogi hiervan werden door makers van historiserende objecten verzameld om inspiratie uit te putten! Zo bevat ook het archief van de firma Grossé, die belangrijk neogotisch werk maakte, heel wat kunstboeken en tentoonstellingscatalogen die bewaard zijn in het Brugse stadsarchief.
Een ring om niet te dragen?
De historiserende stijlen leveren gegeerde verzamelobjecten of curiosa op. Een zilveren ring waarop een klein kerkgebouw met een puntige toren staat, lijkt door de vorm en de afgeplatte kan niet gemaakt om echt als juweel te dragen. Ook het merkteken dat uit een reeks bolletjes bestaat lijkt verzonnen. Het lijkt wat op de Joodse ceremoniële huwelijksringen waar ook een gebouw op staat zoals bijvoorbeeld bewaard in het Victoria and Albert museum in Londen. Ook deze ringen zijn te groot en onhandig om frequent te dragen. Het V&A museum vermoedt eveneens dat de meeste van zulke stukken specifiek voor verzamelaars gemaakt zijn.
Op naar nog meer ontdekkingen?
Het laatste is zeker nog niet geschreven over de collectie religieus erfgoed van Koksijde. Binnenkort staat bijvoorbeeld de registratie van de deelcollectie Bourdon op de planning. De familie Bourdon was van 1811 tot 1967 een van de belangrijkste producenten van zilverwerk in België. Deze verzameling ontwerptekeningen werd samengesteld door wijlen professor A. Van de Walle uit Gent en werd door de gemeente verworven na bemiddeling van Antiquariaat M. Van de Wiele uit Brugge.