Lieze Bertier
Museumverhalen

Schilderij met beeltenis van Robrecht de Clercq (© KMSKA, nr. 531

In 1553 werd onder abt Robrecht de Clercq een cruciale beslissing genomen: de benoeming van een 'coadjutor' of vice-abt, die een belangrijke rol speelde in de bestuurlijke geschiedenis van de Duinenabdij, of je nu denkt aan Tyrion Lannister als ‘hand of the king’ in Game of Thrones of aan Lancelot, ridder van de Ronde Tafel en rechterhand van koning Arthur. Elke heerser heeft nood aan een betrouwbare assistent. Ook in de Duinenabdij was dat het geval: in het jaar 1553 werd onder abt Robrecht de Clercq (1519-1557) een ‘coadjutor’ of vice-abt verkozen.

Waarom een coadjutor?

Gewoonlijk vond een verkiezingsprocedure enkel plaats bij overlijden of ontslag van een abt. Maar de gezondheid van de intussen al 63 jaar oude Robrecht de Clercq ging zienderogen achteruit. De Clercq wordt door zijn eigen monniken omschreven als een oude en zieke man, die al een groot deel van zijn zicht verloren had. Een kans op herstel was volgens hen uitgesloten. Zelf zag de abt ook in dat het zo niet verder kon. Was het dan geen tijd om af te treden?

Robrecht de Clercq bleef nog in functie tot aan zijn dood in 1557. Een belangrijke verklaring daarvoor is de moeilijke financiële toestand waarin de Duinenabdij verkeerde. Wanneer de Clercq zou aftreden, had hij recht op een 'pensioen' en dat paste simpelweg niet in het budget.

Bovendien was de abt ondanks zijn gezondheidsproblemen wel nog in staat om verder te regeren, mits de hulp van een coadjutor om zijn takenpakket te verlichten. Ook kon hij tijdens zijn laatste jaren als abt zijn coadjutor opleiden en extra begeleiden. Dat is een bijkomend voordeel dat bij andere abtsopvolgingen niet bestond. Een win-win situatie dus.

Recht op opvolging

Een coadjutor volgde uiteindelijk de abt op zonder nieuwe verkiezingen. Een belangrijke keuze dus! Elke monnik van de Duinenabdij verscheen voor een vorstelijke commissie en verantwoordde zijn voorkeur. Opvallend, de keuze viel unaniem op de 29-jarige Adrien des Fontaines. Zelfs de abt vond hem dus de ideale kandidaat. Vooral door zijn ervaring met administratie als ‘onderborsier’ (financieel verantwoordelijke) van de abdij kwam hij als winnaar uit de bus.

Maar welke andere kwaliteiten maakten hem tot de perfecte opvolger? Uit de verklaringen van de kloosterlingen worden enkele belangrijke waarden duidelijk:

Eerst en vooral behoorden alle monniken van goed religieus leven te zijn, dat spreekt voor zich. Daarnaast moest een leidinggevend figuur een geleerd persoon zijn. Onderwijs en geletterdheid waren daarbij cruciaal, maar ook ervaring binnen een ambt was doorslaggevend. Ten derde worden een heleboel persoonlijke eigenschappen aangehaald, zoals eerlijkheid, zorgvuldigheid, eerbaarheid en soberheid. Tot slot blijkt ook de omgang met anderen belangrijk. Dat deed Adrien des Fontaines heel goed: hij onderhield zijn relaties op een beschaafde, eerbiedige en hartelijke wijze. En net daarom werd hij benoemd tot coadjutor van abt Robrecht de Clercq!

De verklaring van monnik Guillaume Grysbol dat des Fontaines in staat was « avec grace de recueillir et entretenir toutes gens de bien tant dehors comme dedens le convent, par divises et autrement en humanite et civilite se faisant aymer et honorer dung chascun » (ARA, Raad van State en Audiëntie, nr. 896, f. 91v).

De geschiedenis herhaalt zich

Adrien des Fontaines stierf al na drie jaar als coadjutor en kreeg dus nooit de kans om Duinenabt te worden. En de zoektocht naar een coadjutor? Die begon gewoon opnieuw van nul. De komst van een vorstelijke commissie, verklaringen van elke monnik, enzovoort. Dit keer was Antoon Wydoodt de gelukkige. Als ‘rentarius’ of bestuurder van een abdijhoeve had hij al grote ervaring opgedaan. Hij werd de tweede coadjutor van Robrecht de Clercq met recht van opvolging.

En lang moest hij niet wachten, want abt de Clercq stierf op 26 januari 1557. Al snel werd Antoon Wydoodt erkend als 35ste abt van de Duinenabdij (1557-1566).

Lieze Bertier schreef deze blog tijdens haar stage als masterstudente Geschiedenis (KULeuven) in het Abdijmuseum