Jan Van Acker
Museumverhalen

De Gentse hoogleraar Paul de Keyser verbleef net voor de Tweede Wereldoorlog regelmatig in Oostduinkerke. Als volkskundige noteerde hij er verhalen en legenden die hij in 1945 verzamelde in “Vacantie-Vertellingen uit het Duinenland”. Het Abdijmuseum kocht een exemplaar van dit merkwaardige boekje aan, want niet minder dan de helft van de twaalf vertellingen houdt verband met de Duinenabdij.

"Een goeden middenweg tusschen de zuiver wetenschappelijke opname en het totaal verletterkundigen van vertelselthema's", omschreef volkskundige Hervé Stalpaert dit boek in Biekorf (1946). En inderdaad, de keyser (1891-1966) beschikte duidelijk over een behoorlijke kennis van de geschiedenis van de Duinenabdij, die hij in verhalen goot, verlucht met verzorgde pentekeningen en ingekleefde kleurprenten van Denise [De Wilde?]. Wetenschappelijke pretentie heeft het boek beslist niet: het zijn vertellingen “Voor de Zandmannetjes en hun vriendjes”, al geeft de auteur zijn zegslieden aan. Daaronder “Meester C., een belezen en ervaren man” voor de geschiedenis van de Duinenabdij . Wellicht Karel (Charles) Loppens, die als geen ander vertrouwd was met de abdij en de streekgeschiedenis?

Ligerius komt aan bod bij de stichting van de abdij, Fulco bij een legende over het ontstaan van de Hoge Blekker. Idesbald ontbreekt natuurlijk niet (met heel precieze data), en “De Schat van de Patershoeve” speelt zich af op een abdijhoeve. We vinden er ook de legende van de Duivelsput van Hof ter Hille, waarover de Keyser al eerder een andere versie gepubliceerd had. En misschien het meest onverwacht: “Het Doolkruid”, over de mislukte overval op Ten Bogaerde in de vroege 17de eeuw, verteld door de weduwe van een IJslandvaarder, maar met details die zo uit de oude kronieken komen.

Puur wetenschappelijk is dat alles natuurlijk niet. De Keyser biedt met zijn bundel “vertellingen uit den volksmond” (zoals Stalpaert schreef) een merkwaardig beeld van het immateriële erfgoed uit Koksijde en Oostduinkerke in het Interbellum, kort vóór de opgravingen van de abdijsite van start gingen. En daarin kreeg de roemrijke Duinenabdij duidelijk de belangrijkste rol.

Paul de Keyser, Vacantie-Vertellingen uit het Duinenland, ill. Denise, Gent, 1945, 95 p.